versie: september 2000 |
Als studenten astronomie aan de Leidse Universiteit hun kernpakket
voltooid hebben breekt de laatste fase van de studie aan. In deze fase
kiest men voor een van de drie afstudeervarianten, te weten de
Onderzoeksvariant, de Communicatie-Educatievariant of de
-Managementvariant. Een vast onderdeel van elk van deze
varianten is het actief deelnemen aan het onderzoek op de
Sterrewacht. De overige tijd bestaat uit keuzeruimte en wordt ingevuld
aan de hand van de gekozen afstudeervariant.
Dit boekje beoogt de student wegwijs te maken in de dagelijkse gang
van zaken op de Sterrewacht en geeft een indicatie van hetgeen de drie
afstudeervarianten en het sterrenkundig onderzoek inhouden.
Wanneer, Hoe, Wat
De afstuurdeerfase kan pas beginnen als men het volledige kernpakket
voltooid heeft. Hierna zal de studiebegeleider voor juniore studenten
Dr. F.P. Israël (OG 570, tel: 5275891) de student doorverwijzen naar
de studiebegeleider seniore studenten. Dit is Dr. W.J. Jaffe (OG 563,
tel: 5275862, e-mail: jaffe@strw.leidenuniv.nl).
Tijdens een introductiegesprek wordt - in overleg met de student - de
inhoud van de afstudeerfase besproken. De bestanddelen van de
afstudeerfase zijn in ieder geval:
het volgen van de Introduktieweek Sterrewacht (1 stp),
Niet verplichte, maar wel zeer gewenste onderdelen zijn voorts:
het meewerken aan de popularisatie van de sterrenkunde,
In het hiernavolgende worden deze facetten nader toegelicht.
Studenten die vragen hebben omtrent de mogelijkheden of verplichtingen van
de afstudeerfase kunnen altijd contact opnemen met de studiebegeleider voor seniore studenten Dr. W.J. Jaffe of met de Opleidings Directeur Prof. dr. M. Franx (OG 553, tel: 5275870, e-mail: franx@strw.leidenuniv.nl).
Eerste Introductie
De student wordt tijdens de koffie voorgesteld aan de leden van de Sterrewacht door de onderzoeksbegeleider. Een ouderejaarsstudent, afgevaardigd door de Sociale Commissie van de Sterrewacht leidt de student later na afspraak rond om onder meer te laten zien waar de computers, de postvakjes, de bibliotheek, de kaartenkamer, de diakamer, het platenarchief en dergelijke te vinden zijn. De ouderejaars zal dan de regels voor het gebruik daarvan uitleggen. Ook zal hij de student introduceren bij het Sterrewachtsecretariaat op de vierde verdieping van het Oortgebouw. De contactpersoon van de Sociale Commissie is Marijke Haverkorn (OG 506, tel: 5275831). Studenten moeten hun huisadres en telefoonnummer bij het secretariaat opgeven - dit geldt ook bij eventuele verhuizing.
De ``Introductieweek"
Twee maal per jaar (in januari en in juni) wordt er een introductieweek gehouden. De deelnemers zijn die studenten die sinds kort zijn begonnen met hun sterrenkundig onderzoek of binnen afzienbare tijd tot het onderzoek zullen worden toegelaten. Studenten die zich voor de introductieweek willen aanmelden moeten zich wenden tot Dr. E.R. Deul (HL 509a, tel. 5275827).
De introductieweek bestaat uit twee delen. Het eerste deel behandelt
de computer-faciliteiten op de Sterrewacht. De volgende zaken zullen
aan de orde komen: operating systems, window environments, networking,
e-mail, remote logins, astronomische en algemene software pakketten en
programmeertalen. Na ieder onderdeel kan men oefenen
d.m.v. opgaven. Wanneer men deze opgaven met een goede inzet voltooid
krijgt men 1 studiepunt. Het tweede gedeelte behandelt de gang van
zaken bij het sterrenkundig onderzoek. Docenten, promovendi en
studenten van verschillende onderzoeksgroepen vertellen welke
onderzoeken er zoal gedaan worden en welke er voor de student op dat
moment beschikbaar zijn.
Onderzoek
Een vast en belangrijk onderdeel van alle afstudeervarianten is het sterrenkundig onderzoek.
Tijdens een introductiegesprek met de studiebegeleider seniore
studenten (Dr. W.J. Jaffe) worden de mogelijke onderwerpen en
begeleiders van het afstudeeronderzoek besproken. De studiebegeleider
kan helpen om in contact te komen met stafleden die op dat gebied
werkzaam zijn, waar de belangstelling van de student naar uitgaat. Van
de kant van de student wordt hier ook initiatief in verwacht. Er is
een website waaop informatie over de diverse projecten te vinden zal
zijn: http://surfboard.strw.leidenuniv.nl/jaffe/seniorprojects/chooseproject.asp.
Het onderzoek bestaat uit een klein en een groot onderzoeksproject van
respectievelijk 13 en 26 studiepunten. De tijd die aan het onderzoek
besteed dient te worden is ruwweg het aantal studiepunten in
weken. Omdat je behalve het onderzoek ook nog colleges moet volgen en
tentamens moet afleggen is de totale periode dat je met het onderzoek
bezig bent altijd langer. De opleiding gaat ervan uit dat de student
maximaal 50% van zijn tijd in het onderzoek steekt. Verwacht is dat
het kleine onderzoek ongeveer een half jaar en het grote onderzoek
ongeveer een jaar in beslag zal nemen.
Als eerste wordt begonnen met het kleine onderzoek. Het is hierbij de
bedoeling dat de student vertrouwd raakt met de werkwijze bij
wetenschappelijk onderzoek; er wordt dan ook een grote mate van
zelfstandigheid, initiatief en motivatie verwacht. Het grote onderzoek
ligt in principe in een andere richting van de sterrenkunde dan het
kleine onderzoek. Men kan bijvoorbeeld het ene onderzoek gebruiken
voor voornamelijk observationele sterrenkunde en het andere voor meer
theoretische sterrenkunde.
Soms mondt een onderzoek uit in een wetenschappelijke publicatie. In
alle gevallen is een degelijk schriftelijk verslag vereist. Dit dient
binnen 2 maanden na het beëindigen van het onderzoek en zeker 6
weken voor de datum van het doctoraalexamen in vijfvoud ter
beoordeling ingeleverd te worden (voor de student, de
onderzoeksbegeleider, de studiebegeleider, de opleidingsdirecteur en
de bibliotheek in het Gorlaeus Laboratorium).
Indien de student meent dat het onderzoek onverhoopt stagneert of dat
er anderszins problemen ontstaan tussen student en
onderzoeksbegeleider dan dient de student dit tijdig te melden bij de
studiebegeleider of bij de studentenvertegenwoordiger in de
Opleidingscommissie, Glenn van de Ven (OG 438, tel: 5275836).
Afstudeervarianten
Naast het kleine en grote onderzoek volgt de student keuzevakken met een totale omvang van 44 studiepunten (28 in het 4e jaar en 16 in het 5e jaar). Door middel van de invulling van deze keuzeruimte kiest de student voor een van de drie afstudeervarianten, te weten:
De Onderzoeksvariant
De Onderzoeksvariant
De keuzevakken zijn bedoeld voor een verdieping en verbreding van de
kennis van de sterrenkunde en aanverwante vakgebieden. De keuzeruimte
in het vierde jaar bestaat uit 20 studiepunten aan niet-sterrenkundige
en 8 studiepunten aan sterrenkundige vakken. In het vijfde jaar zijn
dit respectievelijk 4 en 12 studiepunten. Voor de niet-sterrenkundige
keuzevakken kan men onderdelen kiezen uit de doctoraal programma's
van wiskunde, informatica, natuurkunde of scheikunde. Vakken uit
andere studierichtingen zijn ook mogelijk, mits daarvoor toestemming
wordt verkregen van de Opleidings-Directeur.
De Communicatie-Educatievariant
In deze variant kunen de 44 studiepunten keuzeruimte op twee manieren worden ingevuld. Indien men geïnteresseerd is in een lerarenopleiding moet men in het vierde jaar de volledige cursus 'Leren en Communiceren' afronden. Hierna volgt men dan 3/4 deel van de universitaire lerarenopleiding en een schoolstage van 21 studiepunten. Voor hen die anderszins bij publieksvoorlichting of bij wetenschapspopularisatie betrokken willen zijn zal een (externe) stage worden gezocht die past bij het toekomstperspectief van deze student. Een nader uitgewerkte invulling van deze variant zal bekend worden gemaakt in de studiegids voor het collegejaar 2000/2001.
De -Managementvariant
Voor deze variant worden de 44 studiepunten benut om naast verbreding
van kennis over het vakgebied ook kennis te verwerven die van pas komt
in beleidsposities bij bedrijven en instellingen. Als oriëntatie op
deze variant kan de cursus 'Cases uit het Bedrijfsleven' worden benut,
die een aantal malen per jaar wordt gehouden. Bij deze
afstudeervariant zal een externe stage van ca. 21 studiepunten worden
gezocht. Een nader uitgewerkte invulling van deze variant zal bekend
worden gemaakt in de studiegids voor het collegejaar 2000/2001. Deze
variant treedt officieel in werking voor de jaargang van 1999. Eerder
zijn er wellicht pilot-projecten mogelijk.
Dagelijkse Aanwezigheid
Van de studenten wordt verwacht dat ze in de afstudeerfase een aanzienlijk deel (ongeveer de helft) van hun tijd op de Sterrewacht aanwezig zijn om zo regelmatig contact te kunnen hebben met de onderzoeksbegeleider, stafleden, promovendi en medestudenten. De student draait als ``jong staflid" mee in het dagelijks leven op de Sterrewacht. Om dit mogelijk te maken krijgen zij een bureauplaats en kunnen ook over andere faciliteiten beschikken, zoals toegang tot de computerfaciliteiten van de Sterrewacht. Kamertoewijzing gebeurt door Dr. F.P. Israel (OG 570, tel: 5275891) in overleg met het Secretariaat (OG 458/459/460, tel: 5275832/33/52).
Met nadruk dient te worden gesteld, dat de mogelijkheid voor een
dagelijkse aanwezigheid op de Sterrewacht een uitzondering is welke de
stafleden en promovendi van de Sterrewacht betalen met een evenredige
vermindering van hun eigen werkruimte. In ruil daarvoor verlangt de
Sterrewacht dat studenten zich aan de in deze introductie vermelde
regels houden. Gebeurt dit niet, dan kan de Opleidings Directeur
besluiten de aanwezigheid van de student op de Sterrewacht te
beëindigen.
Groot belang wordt gehecht aan de aanwezigheid van de studenten op de
Sterrewacht koffie die 's morgens van ongeveer 10:30 tot 11:00
plaatsvindt in de Kaiser Lounge (OG 555). Dit is de gelegenheid
waarbij mededelingen van algemeen belang worden gedaan en dit is ook
de plaats waar men in eerste instantie afspraken maakt. Men is
verplicht om afwezigheid van meer dan 3 werkdagen ruim van tevoren aan
de onderzoeksbegeleider mede te delen en afwezigheid van meer dan 2
weken tevens aan het Secretariaat te melden.
Faciliteiten
Voorzover noodzakelijk voor het onderzoek kan de student met toestemming van de onderzoeksbegeleider gebruik maken van faciliteiten zoals de fotografische dienst en de reproductie-afdeling. Op het Secretariaat vindt men kantoorbenodigdheden en kopiëerkaarten (in beperkte mate). Het is niet toegestaan lange artikelen, boekhoofdstukken of handleidingen te kopiëren. Heeft men toch kopieën van lange artikelen nodig dan moet men bij voorkeur bij de auteur een overdruk aanvragen met een speciaal aanvraagkaartje dat verkrijgbaar is bij het secretariaat. De student kan toegang krijgen tot de computers van de Sterrewacht via een toegangsnaam en wachtwoord. Men wende zich hiervoor tot de onderzoeksbegeleider. Met vragen over rekenfaciliteiten kan men ook terecht bij Dr. E.R. Deul (HL 509a, tel: 5275827), Dr. D.J. Jansen (HL 509c, tel: 5275810) en A. Vos (HL 509b, tel: 5275828).
Op de werkplek van de student is ook een telefoon aanwezig. In-komende
gesprekken kunnen worden doorgegeven aan een ander intern toestel: (R)
+ laatste vier cijfers en dan na contact de hoorn
neerleggen. Telefoonlijsten zijn bij het secretariaat
verkrijgbaar. Naar buiten bellen is mogelijk via de centrale: (0) en
dan het gewenste nummer doorgeven aan de telefoniste.
Voor toegang tot en het verlaten van de Sterrewacht buiten kantooruren
heeft men een sleutel nodig. Deze wordt verstrekt via de receptie in
de hal van het Huygens Laboratorium na inlevering van een
aanvraagformulier (verkrijgbaar op het secretariaat). Het
aanvraagformulier dient ingevuld te worden door een vast staflid en
gaat gepaard met betaling van een borgsom van fl. 20,-. De sleutel kan
dan enige tijd later worden opgehaald.
Het gebruik van de sterrenkundige bibliotheek (gehuisvest in het
Gorlaeus Laboratorium) wordt sterk aangemoedigd. Een dergelijk
gebruik is onderdeel van wetenschappelijk onderzoek. Toegang tot de
bibliotheek buiten normale uren wordt verkregen met dezelfde sleutel
die toegang verschaft tot de buitendeuren van het Huygens
Laboratorium. Let bij het lenen op het volgende:
leen nooit een boek zonder het uitleenkaartje
in te vullen,
Een kleine handbibliotheek is ingericht in HL 512 en bevat recente jaargangen van de belangrijkste sterrenkundige tijdschriften. Deze mogen niet geleend worden. De student zal tijdens de introductieweek vernemen dat veel van de onlangs gepubliceerde tijdschriften evenals de vele preprints electronisch toegangelijk zijn.
Commissies
Informatie over de administratieve structuur van de Sterrewacht treft men aan in de jaarverslagen. Op het Secretariaat zijn exemplaren aanwezig van de recente jaargangen. De jaarverslagen zijn ook nuttige bronnen van informatie m.b.t. onderzoek en andere activiteiten van het instituut. Er is een ``Bluffer's Guide to the Leiden Observatory" in het Engels voorbereid voor bezoekers die langere tijd blijven. Er bestaan verschillende reglementaire en ad hoc bestuurscommissies:
Onderzoeks Commissie (OZ),
De Opleidings Directeur - ondersteund door de Opleidings Commissie - draagt de verantwoordelijkheid voor regeling en uitvoering van het onderwijsprogramma in de sterrenkunde. Ook zijn er in vele commissies studenten vertegenwoordigd; het is verstandig kennis te maken met deze vertegenwoordigers en eens een vergadering bij te wonen. Het wordt op prijs gesteld als de student zichzelf kandidaat stelt.
Tentamens
Tijdens de afstudeerfase legt de student nog een aantal tentamens af in keuzevakken (zie Studiegids). Sommige van de sterrenkundetentamens worden mondeling afgelegd. Het is raadzaam om in de loop van de studie op de Sterrewacht met de studiebegeleider seniore studenten over de keuze der vakken overleg te plegen teneinde een ongewenst eenzijdige samenstelling van het vakkenpakket te voorkomen. Het is raadzaam tentamens met een zekere regelmaat af te leggen. Te lang uitstel kan catastrofale gevolgen hebben voor studieverloop en beurzen.
Colloquia
Een serie colloquia wordt gegeven door gastsprekers van buiten de Universiteit. Deze vinden in het algemeen plaats op donderdagmiddag om 16:00 uur in de 'de Sitterzaal' op de begane grond van het Oortgebouw. Er is gelegenheid de spreker te ontmoeten tijdens de thee om 15:45. Studenten moeten de colloquia regelmatig bezoeken, al zal zeker in het begin niet al het gesprokene even duidelijk zijn. Deze colloquia verschaffen een goede gelegenheid enige ervaring op te doen met het presenteren van wetenschappelijke resultaten. Een actieve en kritische opstelling wordt zeer op prijs gesteld. Deze ervaring zal later van pas komen bij het geven van het verplichte studentencolloquium dat in geen geval later gegeven mag worden dan 6 weken voor de geplande afstudeerdatum. De keuze van het onderwerp is vrij, maar doorgaans zal het studentencolloquium aansluiten bij het eigen onderzoek (dat dan nog niet af hoeft te zijn). Het studentencolloquium wordt na afloop beoordeeld door Prof. dr. G.K. Miley; bij de beoordeling zal worden gekeken naar de presentatie en naar de mate waarin de spreker de besproken stof beheerst. Het studentencolloquium wordt veelal voorafgegaan door een ``proefcolloquium" in kleine kring. Specifieke raadgevingen zijn te verkrijgen bij de student die belast is met de organisatie van het studentencolloquium (Jaron Kurk, OG 571, tel: 5275838).
Informele Presentaties
Vaak vinden ook informele presentaties plaats in de vorm van bijvoorbeeld lunchtalks over lopend onderzoek. Daarnaast zijn er op de Sterrewacht verschillende groepen die met een zekere regelmaat informele bijeenkomsten in beperkte kring organiseren. Er zijn groepen die zich bezighouden met kosmologie, dynamica van melkwegstelsels, het interstellaire medium of de eigenschappen van laat-type sterren. Er worden ook studententhees en studentenlezingen georganiseerd door het Leids Astronomisch Dispuut ``F. Kaiser''. De toegang tot al deze bijeenkomsten staat open voor alle belangstellenden en deelname wordt aanbevolen.
Popularisatie
Van elke seniore student wordt verwacht dat hij of zij zich af en toe inzet voor de popularisatie van sterrenkunde. Dit uit zich vooral in medewerking aan Open Dagen van de studie Sterrenkunde, de jaarlijkse Sterrenkijkdagen en de Nationale Wetenschapsdag. Ook worden er geregeld rondleidingen en lezingen gegeven op de Oude Sterrewacht. Deze worden georganiseerd door het dispuut Kaiser en het wordt zeer op prijs gesteld wanneer men met deze of andere activiteiten meehelpt. Voor een rondleiding en het waarnemen met de telescopen op de Oude Sterrewacht is echter wel de kijkerinstructie vereist. Deze wordt gegeven door vrijwilligers van de Werkgroep Leidse Sterrewacht (WLS). Deze groep onderhoudt en gebruikt de koepels en telescopen op de Oude Sterrewacht. Door middel van posters en email maakt het bestuur van L.A.D. ``F. Kaiser" kenbaar wanneer er weer een kijkerinstructie plaatsvindt.
Interessant achtergrondmateriaal over de geschiedenis van de
Sterrewacht treft men aan in de boeken ``Short History of the
Observatory of the University at Leiden 1633-1933", door W. de
Sitter, ``De Leidse Sterrewacht: Vier eeuwen wacht bij dag en bij
nacht", door G. van Herk, H. Kleibrink en W. Bijleveld, en ``The
Letters and Papers of Jan Hendrik Oort'', door
J.K. Katgert-Merkelijn. Deze boeken zijn in de bibliotheek aanwezig.
Verder zijn er populaire lezingen voor o.a. de Nederlandse Vereniging voor
Weer en Sterrenkunde (aanrader: wordt ook lid van de Leidse afdeling). Het
houden van populaire voordrachten betekent nuttige ervaring opdoen met spreken
in het openbaar hetgeen later nog van pas kan komen.
Afstuderen
Niet later dan een maand voor men wenst af te studeren moet men contact opnemen met de studentenadministratie (HL 303, tel: 5275765). Deze verstrekt de benodigde informatie en een lijst met daarop vermeld de afgelegde tentamens en de behaalde resultaten. Deze lijst moet ter verificatie en ondertekening aangeboden worden aan de studiebegeleider, tezamen met de bijbehorende tentamenkaarten. Ook ontvangen de studiebegeleider, de onderzoeksbegeleider, de Opleidings-Directeur en de bibliotheek in het Gorlaeus Laboratorium een exemplaar van het onderzoekverslag. Afstudeerdata en de data van de laatst mogelijke inlevering van de vereiste bescheiden zijn ook bij de administratie verkrijgbaar. Afstuderen in de maand juli is niet mogelijk. Het afstuderen geschiedt voor een commissie van tenminste drie leden die worden gekozen uit de docenten bij wie men tentamen of praktisch werk gedaan heeft. De voorzitter is bij voorkeur een sterrenkundig hoogleraar. Voorzitter en leden van de commissie worden door de student zelf uitgenodigd. Wacht met deze uitnodigingen niet tot het laatste moment.
Vertrek van de Sterrewacht
Bij vertrek (in het algemeen uiterlijk binnen 2 weken na het afstuderen) moeten bureau en kasten leeg worden opgeleverd; ook worden computerrekeningen gesloten en moet de sleutel worden ingeleverd. Ontheffing van deze verplichtingen kan voor beperkte tijd worden verleend indien het belang van het onderzoek dat met zich meebrengt. Ook wordt vertrekkende studenten verzochtnieuwe adressen (zowel werk als privé) bij het secretariaat op te geven. Na vertrek kan men op de hoogte gehouden worden van de gang van zaken op de Sterrewacht door lid te worden van de Vereniging van Oud-Sterrewachters (VOS).
Promoveren
In Nederland is jaarlijks een beperkt aantal beurs- en andere promovendiposities beschikbaar. Ook voor Leiden geldt het volgende: er zijn weinig plaatsen en de concurrentie is vaak groot. De meeste posities worden vervuld d.m.v. een open sollicitatie. Algemene inlichtingen over de eisen die gesteld worden aan promovendi worden gegeven in diverse publicaties van NOVA, de Nederlandse Onderzoek School voor Astronomie. Vereisten voor een promotieplaats zijn:
een goed verloop van het studentenonderzoek,
Promotie-posities worden niet altijd even opvallend geadverteerd.
Maak in ieder geval in ruime kring bekend in een dergelijke positie
geïnteresseerd te zijn en bekijk regelmatig de geadverteerde
posities op de diverse prikborden op de Sterrewacht en op de websites
van Sterrewacht Leiden en de sterrenkundige instituten in Amsterdam,
Groningen en Utrecht. Aarzel niet te solliciteren naar posities buiten
Leiden, zelfs wanneer de voorziene afstudeerdatum ruim na het tijdstip
van gewenste indiensttreding zou liggen. Probeer contacten te leggen
op de jaarlijkse astronomenconferentie. Ontwikkel zelf ideeën voor
een promotie-onderzoek en spreek de vaste staf daarover aan. Het
verkrijgen van een promotiepositie is in de eerste plaats de eigen
verantwoordelijkheid van de student. Het is soms niet gemakkelijk en
vergt altijd een grote eigen inzet. Bedenk goed of dit echt gewenst
is. Reageer bij voorkeur op verschillende vacatures, eventueel ook
buiten de sterrenkunde.
Banen buiten de Sterrenkunde
Meer dan de helft van de afgestudeerden in de sterrenkunde vindt een
werkkring daarbuiten, vooral in de sfeer van software en
automatisering bij het bedrijfsleven of de overheid. Ongeveer een jaar
voor het afstuderen moet men een duidelijk omlijnd idee hebben van wat
men na het afstuderen gaat doen (zie Afstudeervarianten). Ook
hier geldt weer: wacht niet tot het laatste ogenblik. Zelfs een
succesvolle sollicitatieprocedure neemt verscheidene maanden in
beslag. De meeste sollicitanten hebben niet onmiddellijk succes en
tijdsduren van een jaar of meer tussen eerste sollicitatie en
indiensttreding zijn geen uitzondering. Bezoek in ieder geval de
jaarlijkse -banenmarkt, wanneer deze zich voordoet.
Solliciteren
Solliciteer op advertenties (te vinden o.a. op de prikborden, websites, in kranten en in Intermediair) en bedenk dat een open sollicitatie soms ook goede kansen biedt. Neem contact op met oud-sterrewachters bijv. via de Vereniging van Oud-Sterrewachters (op zijn minst kunnen ze nuttige tips verschaffen). De leden van deze vereniging zijn verspreid over zeer diverse bedrijfstakken. Misschien biedt hun werkgever ook mogelijkheden voor jou. Zorg voor een goed verzorgd Curriculum Vitae. Besteed aandacht aan de sollicitatiebrief en geef die een persoonlijk karakter. Bereid een eventueel sollicitatiegesprek terdege voor. Weet wat het bedrijf of de instelling precies doet en vraag wat de vacature inhoudt. Vraag eventueel het meest recente jaarverslag van het bedrijf of de instelling aan. Formuleer van tevoren een antwoord op de vraag waarom men juist naar deze baan solliciteert en bedenk wat jouw rol binnen dit bedrijf zou kunnen zijn. Probeer nooit de interviewer naar de mond te praten: die is erop getraind dit te herkennen. Draai nooit om een vraag heen, blijf desnoods liever het antwoord schuldig. Benadruk goede eigenschappen en geef blijk van zelfvertrouwen. Loop niet met eventuele tekortkomingen te koop, maar verhul ze ook niet; niemand is perfect en elke tekortkoming kan worden gecompenseerd door goede eigenschappen. Houdt de toon positief.
Tot Slot
De Sterrewacht Leiden hoopt dat je met veel plezier en succes je studie Sterrenkunde zal afronden. Of je nu het onderwijs of het bedrijfsleven ingaat of misschien wel ergens gaat promoveren, eenmaal afgestudeerd heb je in principe alle kansen om een goede baan te vinden die bij je past!
This document was generated using the LaTeX2HTML translator Version 2K.1beta (1.57)
Copyright © 1993, 1994, 1995, 1996,
Nikos Drakos,
Computer Based Learning Unit, University of Leeds.
Copyright © 1997, 1998, 1999,
Ross Moore,
Mathematics Department, Macquarie University, Sydney.
The command line arguments were:
latex2html -split 0 afstud
The translation was initiated by Sociale Commissie Sterrewacht on 2001-12-10