Voorbeeld onderwerpen
Voorbeeld onderwerpen
Het is niet eenvoudig om leuke onderwerpen te vinden die ook nog eens binnen de beperkingen van de waarneemproef vallen. De objecten moeten helder genoeg zijn en zichtbaar gedurende de run. Verder is de maan zichtbaar zodat blauwe filters niet echt geschikt zijn. Maar dat zou je er niet van moeten weerhouden om eens je tekstboek open te slaan om interessante ideeën op te doen. Als je een leuk onderwerp denkt te hebben gevonden, overleg dan snel met een van de assistenten (of de docent) om te kijken of het onderwerp mogelijk is (voordat je er teveel tijd in steekt... Om je alvast op weg te helpen geven we hieronder een aantal voorbeeld onderwerpen.
Supernovae: er zijn nu een aantal projecten gaande die de hele hemel afspeuren om variabele objecten te vinden. Een voorbeeld hiervan is de Palomar Transient Factory (PTF). Deze projecten publiceren de ontdekkingen zodat anderen meer data kunnen vergaren. Zo publiceert PTF elke week een lijst met nieuwe supernovae via The Astronomer’s Telegram. Hier kun je ook andere interessante variabele objecten vinden, zoals Gamma Ray Bursts (GRB) die ontdekt zijn. Andere plekken om informatie over GRBs te vinden zijn de GCN circulars. Voor deze objecten kan de INT worden gebruikt om lichtkrommes te bepalen.
Het is ook mogelijk om nabije, oude supernovae te bestuderen. Meer over supernova resten kun je hier vinden. Meer gedetailleerde informatie is via deze link te vinden.
Kometen: Het IAU Central Bureau for Astronomical Telegrams geeft ook een lijst met nieuwe objecten, zoals kometen (maar ook supernovae). Deze kunnen in een aantal filters bestudeerd worden, maar ook gedurende enkele nachten worden gevolgd, zodat hun baan geschat kan worden.
Variabele sterren: Sommige sterren variëren in helderheid. Bekende voorbeelden zijn de RR Lyrae sterren en Cepheiden. Veel hebben te lange perioden, maar voor een aantal is het mogelijk de periode te bepalen met de INT waarnemingen.
Sterbedekkingen: We kunnen veel leren van en over objecten die zo nu en dan andere objecten bedekken. Zo kunnen we planeten rond andere sterren bestuderen of proberen te vinden. Hoe kleiner de ster, hoe makkelijker het is om kleine planeten (zoals de Aarde) te vinden. Daarom kun je kijken naar eclipsen van witte dwergen, zoals is gedaan in Drake et al. (2009).
Exoplaneten: Er zijn inmiddels heel veel exo-planeten bekend. Sommige van deze planeten bedekken de ster waarom zij bewegen. Het is goed mogelijk dat een aantal zichtbaar zijn gedurende onze run. Voorbeelden zijn de planeet KIC 12557548 die mogelijk uiteen valt (Rappaport et al. 2012) en de superaarde GJ1214.
Objecten in ons zonnestelsel: Ons zonnestelsel bestaat uit meer dan een aantal planeten. Zo zijn natuurlijk de asteroiden bekend. Maar interessante objecten zijn zogenaamde Kuiper Belt Ojecten (KBOs). De grootste van deze objecten zijn dwergplaneten, waarvan Pluto de bekendste is. Een interessant object is Haumea, omdat deze uitgerekt is en om zijn as tuimelt.
Clusters van melkwegstelsels: Melkwegstelsel klonteren samen in grote structuren, de zogenaamde clusters van melkwegstelsels. Met de INT is het mogelijk om te bepalen hoeveel melkwegstelsels er zijn als functie van lichtkracht. Deze luminosity function geeft belangrijke aanwijzingen over de vorming van melkwegstelsels.
Helderheidsprofielen van melkwegstelsel: Melkwegstelsels zijn er in vele vormen en maten. Maar veel van de globale eigenschappen blijken met elkaar te correleren. Een van de belangrijkste eigenschappen is de verdeling van de sterren als functie van straal. Voor nabije melkwegstelsels kan dit goed gedaan worden met de INT.